Gevulde Stilte

Onze buurvrouw is overleden.  Rehema was een harde werkster en alleenstaande moeder van een 11-jarige zoon, de vader is onbekend. Jeugdzorg of zoiets bestaat hier niet dus de jongen is gewoon écht aan zijn lot overgelaten.

Op school werd hij bij de directeur geroepen en hem verteld dat zijn moeder, voor hem totaal onverwachts, was overleden. Daarna werd hij op een motortaxi gezet om naar huis te gaan. Alleen.
Dat was om 13uur ’s middags, ’s avond rond een uur of 7 werd er gebeld dat hij die nacht bij zijn tante moest komen slapen en of hij dan onderweg wel nog een een stuk zeep kon kopen om mee te nemen. “Niet vergeten hoor!”

Het nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtje. Alle kennissen komen naar haar huis om “pole” (sorry, gecondoleerd) te zeggen. De andere buurvrouw en ik zijn, als buren, verantwoordelijk om iedereen met koffie en eten te voorzien. Snel worden er op de markt wat zakken rijst en groenten gekocht, de tuinman kapt wat takken van een boom zodat we daarmee een vuurtje kunnen maken waarop in grote pannen gekookt wordt. De mensen zitten op rieten matten op de grond. Urenlang. Er wordt gepraat maar tussendoor ook gewoon in stilte gezeten.

Rehema werd in september ziek. Malaria zei men. Maar ook na het afronden van de malariakuur werd het niet beter. Ze had een nare hoest en na een paar weken zag ze er minstens 10 jaar ouder uit. De volgende diagnose was (zoals altijd) typhus maar ook hier sloeg de medicatie niet aan. Ondertussen waren er 3 maanden verstreken, Rehema was mager en sterk verouderd en ze maakte een enorm verwarde indruk. Toen ze met kerst begon te delireren over vliegtuigen en verre reizen dwong haar baas haar naar het ziekenhuis te gaan, wat tot diagnose nummer 3 in de gangbare volgorde voerde: TB.
Achteraf weten we dat de verwardheid terug te voeren is op cerebrale meningitis en dat Rehema bovendien HIV-positief was. Dit werd echter pas een aantal dagen voor haar dood ontdekt en nooit met Rehema zelf besproken, alhoewel ik aan neem dat ze zelf wel een vermoeden had als ik terugdenk aan bepaalde vragen die ze stelde.

Ibra, haar zoon, weet nog steeds niet aan wat zijn moeder overleden is. Ook niet wat er nu met hem gebeurd. Dat wordt morgen besproken, in een familieraad.  Natuurlijk moet hij zelf zo snel mogelijk getest worden en goed begeleid worden…maar dat laatste is (natuurlijk) verre van realistisch.

De begrafenis vond plaats in het geboortedorp van de overledene. In Rehema’s geval 2 uur rijden vanuit Bukoba, ergens in the middle of nowhere. Het was druk, een stuk of 400-500 mensen. Er waren een paar stoelen voor de pastoor en de oudere mensen, voor de rest zat iedereen op de grond, in het rode zand tussen de bananenbomen. Er werd gewaakt, gezongen, gebeden. Bij begrafenissen moeten alle vrouwen kitenges dragen: een grote doek voor om je heup en één voor over je schouders, eventueel nog een derde om je hoofd. Ik zweette me dus te barsten.
De stemming was vredig. Het eeuwige gezang en bidden als een soort mantra op de achtergrond heeft iets speciaals. Het brengt je in een soort trance. We zaten daar minstens 5.5 uur en behalve een rondje langs de kist lopen om afscheid te nemen, en misschien 15 minuten staan terwijl de kist in de grond getild werd, hebben we niks anders gedaan dan gezeten. Maar door het monotone gezoem glijdt de tijd als water door je handen.
Natuurlijk: vaak is het saai, het eeuwige zitten op de harde grond doet pijn en in de branden zon zou wat water niet verkeerd geweest zijn, maar het is ook een enorm indrukwekkende gewaarwording hoe zoveel mensen in zoveel rust bij elkaar kunnen zitten. Zò simpel, geen eten, geen drinken en ook geen smartphones waar zenuwachtig op getypt wordt maar gewoon stilletjes voor je uit staren: gevulde stilte.